De industriële Raspberry Pi-computer

De Raspberry Pi heeft zich ontwikkeld van een toepassing voor hobbyisten tot een toepassing voor de industriële IoT edge. In deze aflevering van OnLogic Live spraken we met OnLogic Product Manager, Mike Walsh en Travis Cox, Chief Technology Evangelist bij Inductive Automation. Ze proberen de vraag te beantwoorden waarom Raspberry Pi nu een levensvatbare optie is voor industriële projecten. 

Om te beginnen, biedt het Raspberry Pi-platform een indrukwekkende prijs-kwaliteit en past het dankzij het compacte formaat vrijwel overal. Maar daarmee is het echter nog niet per se een goede keuze voor je volgende industriële implementatie. Zo komen we bij de industriële Raspberry Pi-computers uit de Factor 200-serie. Bekijk de uitzending of lees de samenvatting hieronder voor meer informatie, waaronder: 

• Wat maakt een industriële Raspberry Pi industrieel? 
• Waarom is een industriële Raspberry Pi zo aantrekkelijk voor veel toepassingen?
• Hoe kan een industriële Raspberry Pi worden gebruikt in een Ignition-omgeving?

Bekijk de video: Industriële Raspberry Pi, waarom nu?

Maak kennis met onze sprekers

Mike Walsh: Ik ben senior product manager bij OnLogic. Voor degenen die niet bekend zijn met OnLogic, we maken computers voor uitdagende gebruiksscenario’s aan de edge. Nu hebben we het vooral over de industriële productiestrategie, maar we zien ook toepassingen in smart cities, slimme gebouwen, slimme landbouw en nog veel meer. In feite gaat het erom dat we intelligentie en computers aan de edge krijgen.

Travis Cox: Ik ben Chief Technology Evangelist bij Inductive Automation. We zijn een softwarebedrijf en we bieden een industrieel toepassingsplatform genaamd Ignition waarop elke industriële toepassing kan worden gebouwd.

Waarom heeft OnLogic de Factor-serie, een reeks industriële Raspberry Pi-computers, ontwikkeld?

Mike: Het draait allemaal om de edge, waar zoveel gebeurt. We bevinden ons op een verbazingwekkend kantelpunt waar gegevens steeds waardevoller worden en de kosten om deze gegevens te verkrijgen dalen. Dit verandert de industriële branches volledig. Toen we de factor Factor-serie met ARM creëerden, hadden we een oplossing tegen lage kosten met een gunstig energieverbruik. 

We wilden ervoor zorgen dat onze klanten deze computers vrijwel overal konden neerzetten. Dus hebben we ze geïndustrialiseerd en zo aangepast dat ze kunnen overleven in moeilijke omgevingen, omgevingen met stof, vuil, vochtigheid, extreme temperaturen, trillingen en stootkrachten. 

Je hebt waar voor je geld en de computer is zo klein dat je deze bijna overal kunt plaatsen. Dat biedt echt veel mogelijkheden om gegevens te verzamelen en waarde uit die gegevens te halen. Ik ben erg blij dat ik twee speciale versies van onze Factor-serie kan aanbieden die vooraf zijn geïnstalleerd, klaar voor gebruik met Ignition Edge: de IGN800 en de IGN802.

De Ignition community en Raspberry Pi

Travis: Onze klanten proberen uitdagingen op te lossen met het verkrijgen van toegang tot gegevens en vervolgens deze gegevens in hun toepassingen te gebruiken. Vanaf het allereerste begin hebben we klanten geholpen met hub-and-spoke-architecturen. Dat betekent dat je die ‘spokes’ inzet voor gegevensverzameling ter plaatse, om de gegevens op te slaan en door te sturen. Potentieel ook om een lokale HMI voor kritieke activa te hebben. 

Dus om te beginnen proberen ze deze proof of concepts (PoC’s) eruit te halen en Raspberry Pi’s waren gemakkelijk verkrijgbaar om dit uit te proberen. Je kon er de problemen mee oplossen. Maar als je daarna van PoC’s naar feitelijke productie gaat, besef je dat je een meer betrouwbare en robuuste oplossing nodig hebt. We hebben de juiste hardware voor de juiste oplossing nodig. 

De weg naar een industriële toepassing

Mike: De Factor-serie is een industriële Raspberry Pi en het is ons eerste uitstapje in ARM-technologie. Zoals Travis al zei, gebruikten veel mensen Raspberry Pi al voor hun PoC’s. Veel van onze technici gebruiken ze ook thuis voor gebouwautomatisering. 

In feite vond ons engineering team het geweldig om aan dit project te werken. Wanneer je een engineering afdeling enthousiast weet te krijgen, kun je er haast zeker van zijn dat je een behoorlijk goed product gaat krijgen. 

Raspberry Pi – de partner

Bovendien was de marktpositie van Raspberry Pi echt belangrijk. Ze zijn een geweldig bedrijf met hardware die zich voldoende heeft bewezen, een geweldig gebruikersbestand en verbazingwekkende community-ondersteuning. We vonden het dan ook geweldig om met hen samen te werken. Ze zijn een fantastische partner. We zijn er erg trots op dat we zijn geaccepteerd in het Powered by Pi-programma. 

Deze oplossing heeft ons in staat gesteld om een aantal verschillende dingen te doen, extra interfaces te implementeren en nieuwe ruimtes te betreden.

Als je twijfelt, breng het dan naar buiten

Mijn lead engineer Dave en ik hadden een filosofie: Als je twijfelt, breng het dan naar buiten! Daarmee bedoel ik dat als er een interface op de Raspberry Pi-computermodule was waarvan we dachten dat deze nuttig zou kunnen zijn voor onze klanten, we dat extern naar buiten zouden brengen om toegang tot de module mogelijk te maken. Bijvoorbeeld: analoog in, digitaal in en uit, thermokoppels, stroomdetectie, spanningsdetectie – we probeerden zoveel mogelijk flexibiliteit te geven. We hadden een ‘laten we eens kijken wat er gebeurt’-houding en dit geeft onze klanten de kans om te experimenteren en te zien wat werkt. 

Factor 200 voor gebouwautomatisering

Bij OnLogic geloven we in ‘eating your own dog food’, oftewel gebruik wat je zelf produceert. We hebben onze Factor 200-serie, onze industriële Raspberry Pi’s, geïmplementeerd om de gebouwautomatisering op onze nieuwe vestiging aan te sturen. We leren veel van onze ervaringen en deze helpen ons na te denken over de volgende generatie producten. 

Gebouwautomatisering met behulp van de Factor-serie

Travis: Ik ben echt een groot fan van gebouwautomatisering en ben daar ook heel enthousiast over. Het liefst zou ik alles in mijn huis met elkaar verbinden. Ik gebruik de Factor 200 om de gegevens te verzamelen en deze in de Ignition Maker Edition in te voeren. Nu kan ik de gegevens om en rond het huis zien en visualiseren. 

Omdat ik de I/O heb, kan ik bijvoorbeeld verbinding maken met mijn warmwaterverwarming. De circulatiepomp kan ik in- en uitschakelen afhankelijk van wanneer we die daadwerkelijk nodig hebben in plaats van te vertrouwen op een schema.

Ik kan ook een Google Coral-stick aansluiten om in real-time objecten en de hond te detecteren met de camera’s rondom het huis. Het is echt veelzijdig. Mensen hebben op een gemakkelijkere manier toegang tot gegevens en ze kunnen er geweldige dingen mee doen. Er is heel wat materiaal in makerspace om mee te spelen.

Ontwerp overwegingen van een industriële Raspberry Pi

Mike: De grote switch vindt plaats als je de PoC-fase verlaat waar je misschien ooit bent begonnen met een consumenten-Raspberry Pi die je via Amazon hebt gekocht. Dat apparaat kun je bijvoorbeeld niet meenemen en in een olieveld neerzetten. Het zou na één dag waarschijnlijk al de geest geven. 

Het eerste wat je moet doen, is het apparaat industrialiseren. Daar hebben we het al even over gehad, over hoe een apparaat stand houdt onder zware omstandigheden. Maar het is meer dan alleen de omgeving. Het gaat ook om EMC en naleving van regelgeving. Iedereen die wel eens een project heeft uitgevoerd waarbij je te maken hebt met naleving van regelgeving weet hoe belangrijk dit is. Je moet daar tijdens de ontwerpfase over nadenken. Die stress wilden we wegnemen bij de klant. We dachten aan een brede inzet, die voldoet aan de normen van verschillende landen. 

Voedingsmogelijkheden

Er zijn nog een paar andere dingen waar je misschien niet aan denkt. Een standaard-Raspberry Pi heeft bijvoorbeeld een kleine stroomadapter waarmee je de computer kunt aansluiten op een standaard stopcontact. Op de plekken waar deze computers gebruikt moeten worden, heb je doorgaans geen stopcontacten. In een voertuig, treinen, op de werkvloer of op een DIN-rail heb je waarschijnlijk 24 volt-vermogen. Daarom wilden we ervoor zorgen dat het apparaat met gelijkstroom zou kunnen werken, maar we wilden het ook geschikt maken voor een breed spanningsbereik. Dat varieert immers dikwijls. 

De Compute Module 4 (CM4)

De kern ervan is de CM4-module. Toen Raspberry Pi een geïndustrialiseerde Raspberry Pi-module, de CM4, ontwikkelde, ging er echt een deur voor ons open. Dat werd de kern en daar hebben we omheen gebouwd. Zo is de M.2-drive, eMMC, op zich geweldig, maar als je veel gegevens gaat verzamelen, opslaan en doorsturen, of enige vorm van analyse wilt uitvoeren, heb je iets robuusters nodig, zoals een M.2 SATA SSD.

Beschikbare mobiele connectiviteit

Voor connectiviteit heb je niet altijd een ethernetverbinding of wifi. Voor dat soort locaties bieden we mobiele connectiviteit met een 4G LTE-optie, zodat mensen toegang hebben tot hun gegevens. Vroeger moest iemand soms uren rijden naar een bron om die informatie te verzamelen. Daarna weer terug naar het kantoor. Dat is nu verleden tijd. Daarom hebben we een implementeerbare en nuttige oplossing ontwikkeld, zodat onze klanten die waardevolle gegevens kunnen verzamelen en terugbrengen naar het kantoor waar je er iets mee kunt doen. 

Toepassingen voor de Factor 200-serie

Mike: We zien een verscheidenheid aan toepassingsscenario’s. De meest voor de hand liggende is het verbinden van verouderde apparatuur. Het is nou eenmaal zo dat er daarbuiten heel wat apparaten zijn die nog gewoon prima werken. Sommige van deze oude PLC’s en sensoren zijn niet eenvoudig te vervangen en je wilt ze ook niet vervangen. Door een kleine Factor 200 te introduceren, krijg je opeens op afstand toegang tot die apparatuur.

Mobiele connectiviteit voor gegevenstoegankelijkheid

Wanneer de pc eenmaal is geïnstalleerd, kun je gegevens gaan verzamelen en misschien ook enige vorm van gegevensverwerking uitvoeren. Mobiele verbinding biedt veel mogelijkheden om de gegevens toegankelijk en bruikbaar te maken. We zien ook dat mensen ze gebruiken voor weergavestations, HMI’s, digital signage, gebouwautomatisering en nog veel meer.

Veiligheidstoepassing

Een van mijn favoriete toepassingsscenario’s is een beveiligingsbedrijf waarmee we werken. Voor mij is het coole aan deze case dat je laat zien wat je met beperkte kracht kunt doen. Dit is Raspberry Pi, geen Xeon-processor. Het is geen apparaat van serverklasse en ook geen unit van 3.000 – 5.000 euro waarmee je AI gaat uitvoeren.

Dit bedrijf gebruikt sensoren om heel eenvoudige potentiële veiligheidsgebeurtenissen te triggeren. Het bestaat uit nabijheidsdetectoren, deuropeningsdetectoren, bewegingsmelders en nog veel meer. Ze leggen beelden, video en audio vast en voeren deze in het apparaat in. Voeren eenvoudige verwerking uit en sturen ze vervolgens naar de cloud. Daar wordt geëvalueerd of het echt een beveiligingsrisico betreft.

We bevinden ons op een kantelpunt

Ik vind het super cool dat je met eenvoudige technologie echt bruikbare toepassingsgegevens kunt krijgen. Deze gegevens worden steeds waardevoller en kosten echt geen duizenden euro’s om vast te leggen, eerder honderden euro’s. Daarom staan we op een kantelpunt. 

Over welk aspect van industriële Raspberry Pi zijn de Inductive Automation-gebruikers het meest enthousiast?

Travis: Ignition heeft altijd een onbeperkt licentiemodel gehad. Daarom implementeren gebruikers één server die ze vervolgens met al hun apparaten willen verbinden en waarmee ze alle gegevens willen verwerken. Natuurlijk lezen ze alleen in wat belangrijk is voor de HMI, wat ze nodig hebben om die toepassing te runnen.

Maar er zijn bepaalde sectoren met connectiviteitsproblemen. Dat heb je natuurlijk in de olie- en gas- of afvalwatersector. Je hebt telemetrie op afstand, zodat je de verbinding met de externe locatie kunt verliezen. Maar zelfs binnen een productielocatie kunnen er verschillende gebouwen zijn. Ik heb al meegemaakt dat een vorkheftruck de glasvezelkabel naar een gebouw doorsneed. En als het een puur centraal systeem betreft, kun je gegevens, zichtbaarheid en controle verliezen.

Industriële Raspberry Pi voor de edge

Daarom noemden we dit in het begin een hub-and-spoke-architectuur. Nu noemen we deze architectuur officieel de ‘edge’. Elk ‘spoke’-uiteinde bevindt zich aan de edge en we zetten daar iets dicht bij die apparaten neer, zodat we een aantal van deze connectiviteitsproblemen kunnen elimineren. We kunnen die gegevens lokaal verbinden en de gegevens mogelijk sneller ophalen om ze efficiënter naar een systeem te laten sturen.  

Deze oplossing is schaalbaar. Met één gecentraliseerde server hadden we schaalbaarheidsproblemen. Maar door de architectuur te verspreiden, kunnen we niet alleen latentie- en connectiviteitsproblemen tegengaan, maar ook meer data krijgen – data is goud!

90% van de gegevens bevindt zich nog bij de bron – ga ze maar halen!

Analisten zeggen dat ongeveer 90% van de gegevens in het veld blijft liggen. Nu kunnen we verbinding maken met deze gegevens. We kunnen ze inlezen en toegankelijk maken zodat ze op meer plaatsen beschikbaar zijn. Ik denk dat dit echt van cruciaal belang is voor het oplossen van de uitdagingen hier. Tegelijkertijd moet je een lokale HMI op een cruciale asset hebben. Daar zijn veel geweldige toepassingsvoorbeelden van. 

Het is een soort no-brainer voor olie en gas, afvalwater en vergelijkbare afgelegen gebieden. Maar ook voor productiebedrijven waar het allemaal draait om toegang tot meer gegevens en om meer met die gegevens te kunnen doen; voor fabrieken, als je meer doet met AI en ML. Ze hebben al die informatie in de cloud nodig. We moeten ze toegankelijk maken. 

Wagenparkbeheer

Ik word ook helemaal enthousiast over wagenparkbeheer. We zien deze apparaten op voertuigen waar ze nu real-time gegevens kunnen vastleggen, die kunnen opslaan en via een mobiele verbinding kunnen verzenden. Deze systemen hebben de mogelijkheid om deze uitdagingen op te lossen, plus de mogelijkheid om meer te doen. Met die open rekenkracht zijn er meer mogelijkheden die architectonisch worden geopend.

Q&A-sessie

Hoeveel gegevens kunnen er daadwerkelijk worden verwerkt door deze Raspberry Pi-aangedreven apparaten? Wat zijn de mogelijkheden?

Travis: We hebben veel benchmarking gedaan om inzicht te krijgen in de bovenlimiet. Het antwoord op de vraag hoeveel gegevens we kunnen verwerken? Hoeveel apparaten we kunnen aansluiten en introduceren? Want dat is belangrijk om vanuit architectonisch standpunt te begrijpen, toch? Als we overal in onze fabriek of op verschillende locaties op afstand PLC’s hebben, wil ik weten hoeveel edge-apparaten ik daar moet neerzetten om toegang te krijgen tot al die gegevens. 

Beperkt vermogen betekent niet beperkte mogelijkheden

Dit apparaat is niet beperkt. Toen de eerste Raspberry Pi uitkwam, was het één kern met heel weinig geheugen. Maar deze heeft veel meer verwerkingskracht met die CM4 en veel meer geheugen beschikbaar. Het opent dus mogelijkheden. We kunnen hiermee tienduizenden tags in real-time krijgen, binnen seconden pollen, waarbij de waarden werkelijk elke seconde veranderen. We kunnen verbinding maken met waarschijnlijk max 50 apparaten, dus de mogelijkheden zijn heel groot. 

Je kunt het een-op-een gebruiken, maar je kunt ook veel apparaten tegelijk met één Pi-apparaat verbinden. Bovendien heb je ook de mogelijkheid om deze te benutten voor die lokale HMI’s. Je kunt eenvoudig vanaf daar een paar clients lanceren, zodat gegevens niet alleen kunnen worden opgeslagen en doorgestuurd, maar dat mensen deze gegevens ook kunnen gebruiken en controleren. Het opent veel mogelijkheden omdat er nogal wat rekenkracht beschikbaar is. 

Wat zijn de aanpassingsopties met de Factor-serie?

Mike: Maatwerk is iets waarop we bij OnLogic echt heel trots zijn. We geven de klant veel flexibiliteit; te beginnen met onze webinterface, waar de klant uit verschillende opties kan kiezen, zoals stations, geheugen, om ervoor te zorgen dat deze echt past bij de kracht die mensen nodig hebben, evenals zaken als wifi en mobiele verbinding. De meeste van die technische aspecten kunnen we absoluut ondersteunen. 

Branding

Wat ik ook zo leuk vind aan de Factor is dat we in staat zijn om veel aanpassingen te doen aan de hele behuizing. Als je bijvoorbeeld een corporate brand-kleur hebt – misschien wil je het liefst een groene computer – dan kunnen we dat regelen. 

Als je de technische specificaties wilt wijzigen, kunnen we daar met jou aan werken. Dus ik kan je alleen maar aanmoedigen om ons te bellen en ons te vertellen wat je behoeften zijn en dan gaan we daar samen mee aan de slag. We zijn er trots op dat we proberen problemen voor onze klanten op te lossen, wat hun uitdaging ook zijn.

Werkt dit alleen met Ignition Edge of werkt het ook met andere versies van Ignition?

Mike: OnLogic maakt deel uit van het Ignition Onboard-programma met Inductive Automation. Dat betekent dat we deze apparaten vooraf kunnen voorzien van Ignition Edge. Ze kunnen direct naar de beoogde toepassingslocatie worden gebracht. Als een klant de volledige Ignition-versie wil of de Maker-versie erop wil zetten, kan dat ook. We hebben veel computers die heel goed werken als MQTT Brokers of Ignition-gateways.  

Travis: – Alle edities werken op het apparaat. Gewoonlijk kijken we naar deze architecturen en waar we ze plaatsen. Ignition Edge is zinvol in het product omdat het echt op die lokale controle is gericht. Het is gericht op het opslaan en doorsturen van gegevens, waardoor het via MQTT in een gecentraliseerd systeem verandert. Daarvoor is die ontworpen. Zo beschouwen mensen het.  

Maar als er andere gebruiksscenario’s zijn waar de volledige versie van Ignition nuttig kan zijn, is dat ook mogelijk en kun je die licentie bij ons kopen. 

Heeft de Factor-serie UL-certificering?

Mike: OnLogic neemt UL-certificering zeer serieus en we proberen zoveel mogelijk vooraf geconfigureerde opties te bedenken om dat UL-proces heel eenvoudig te maken voor mensen. Als UL-certificering een cruciale behoefte voor je is, adviseer ik om contact op te nemen en met ons team te praten.

Zijn er plannen richting een LoRa Gateway?

Mike: We bekijken een aantal opties en ik kan geen exacte implementatie beloven, maar ik neem die feedback zeer serieus en het is iets waar we naar kijken voor de toekomst. Ik stel voor dat iedereen die daar behoefte aan heeft, contact met ons opneemt. 

Hoe zit het met het gebruik van HAT-modules, waaronder LoRa-collectormodules?

Mike: Waarschijnlijk zouden we nog heel lang kunnen praten over HAT-gebruik. Bovendien is modulariteit iets waar we het absoluut over hebben voor toekomstige generaties. We proberen de juiste formule te vinden. Hoe meer input we van onze klanten krijgen en hoe meer praktische gebruiksscenario’s we zien, hoe beter. We willen het prijspunt wel heel effectief houden en de juiste combinatie van modulariteit en standaardfuncties ontwerpen.

Kun je wat meer vertellen over de benchmarks die zijn verwerkt om te bepalen hoeveel gegevens door deze apparaten verwerkt kunnen worden?

Travis: de benchmarks die we deden waren altijd de worst case-tests. Gewoonlijk draait het om het aantal tags. Zo kunnen we bijvoorbeeld beginnen met het ophalen van zo’n 500 tags in één seconde uit een PLC. We maken verbinding met een echte PLC, want we willen niet dat het een gesimuleerde waarde wordt. Dat is geen reëel scenario. 

Normaal gesproken maken we verbinding met Modbus-apparaten en halen we deze waarden elke seconde op en zorgen we ervoor dat deze waarden in dat apparaat elke seconde veranderen. De looptijd in Ignition moet nul zijn omdat we die veranderingen op elk van hen willen verwerken. We beginnen met 500 en zien hoe de footprint van het CPU-geheugen er uitziet. Dan doen we nog eens 500 of misschien wel duizend tegelijk. 

Zo gaan we door en we vullen een spreadsheet waarin we kunnen zien wat de bovengrens is. We willen weten op welk moment onze CPU het lastig begint te krijgen of wanneer we niet meer genoeg geheugen beschikbaar hebben. 

Met de eerdere versies van Raspberry Pi zaten we slechts op zo’n duizend tot vijfduizend tags. Dat was een zeer klein bereik. Met de benchmark die we deden, haalden we met gemak 20.000 tags die we elke seconde konden pollen, waarbij de waarden elke seconde veranderden. Het is dus behoorlijk spannend en dat was opgezet via MQTT. We hebben de werkelijke resultaten die we met mensen kunnen delen als er interesse is.

Kan ik het apparaat met Ignition Edge gebruiken om een Modbus-apparaat te simuleren?

Travis: Wat Ignition betreft, is onze Modbus-driver een client stuurprogramma. Dat betekent dat we verbinding gaan maken met een Modbus-apparaat en dat we opdrachten gaan sturen om naar de gegevens te vragen en deze regelmatig op te halen. We zijn geen Modbus-server en we luisteren niet op die poort. Het is dus niet zo dat ze verbinding met ons kunnen maken en om die gegevens kunnen vragen. 

We kunnen beslist een Modbus-apparaat met Ignition simuleren wat de constructie van tags met de juiste naamgevingsstructuren en zo betreft, dus als je het omzet naar een echte PLC, zal het nog steeds werken met die tags. Maar we zijn geen server. 

Er zijn veel echt goede Modbus-simulators, zoals Mod R-SIM en andere, die je op hetzelfde apparaat of op een ander apparaat kunt gebruiken. Dat zou de meest geschikte oplossing zijn.

Hoe veilig is een netwerk met een Pi-module. Zou het geïsoleerd zijn achter een firewall?

Mike: Het is belangrijk om na te denken over de architectuur en ook over de software die je op de Pi gebruikt. Kijk naar het hele veiligheidsplaatje. Dat is iets waar onze sales engineers je echt mee kunnen helpen.

Travis: Ik zal het wat toelichten. We hebben het tegenwoordig vaak over de edge. We hebben het over het feit dat we gegevens kunnen overbrengen naar bedrijfssystemen en MQTT kunnen inzetten. Dat is een goed voorbeeld van hoe mensen dat doen. 

Als we naar een traditioneel SCADA-systeem kijken en dit centraal plaatsen, dan is het meestal op laag drie van dat netwerk, samen met de PLC’s. Ze moeten met de mensen in dat netwerk kunnen communiceren. Als ik slechte bedoelingen had en in staat was om op dat netwerk te komen, kon ik al die PLC’s ontdekken en zou ik potentieel schade kunnen aanrichten. Het gaat dus niet per se om mensen die het netwerk hacken, maar om zaken als USB-apparaten die worden aangesloten op een computer die op dat netwerk is aangesloten. We moeten naar beveiliging kijken.

Het mooie van edge devices is dat je deze daadwerkelijk vóór die PLC plaatst. Je hebt in dit geval twee netwerkinterfaces. Je kunt één daarvan lokaal met het apparaat laten communiceren en een andere gebruiken om gegevens naar een bedrijfsnetwerk te sturen. Als je naar MQTT kijkt, kan dit een beveiligde TLS-verbinding (Transport Layer Security) zijn die uitgaand is. Er zijn dus geen inkomende poorten. 

Je hebt dus een sterkere beveiliging dan eerder mogelijk was. Het spreekt voor zich dat IT-afdelingen veel kunnen doen met firewalls, maar ik zie edge als een extra laag in de beveiliging. 

Met welke PLC-merken werkt het?

Travis: In Ignition Edge zijn alle stuurprogramma’s ingebouwd om met de verschillende PLC’s te praten. Denk aan alle apparaten uit de Allen Bradley Ethernet Suite, maar ook Modbus ethernet en Modbus serial worden ondersteund. Ook Siemens S7-apparaten, BACnet, DMP3, Omron NJ en CJ, en we hebben zojuist het 61850-stuurprogramma uitgebracht. Daarnaast werken we aan een stuurprogramma van Mitsubishi. Er is echt een heel goede reeks stuurprogramma’s beschikbaar. Het systeem beschikt ook over de I/O om rechtstreeks verbinding te maken – analoge of discrete waarden – en dan kunnen we die in Ignition invoeren en laten publiceren. 

Zijn er opmerkingen over het gebruik van lokale HMI-prestatiereacties, voornamelijk samen met de transmissie van MQTT-tags?

Travis: Als je de grenzen verlegt door alleen de gegevens in te stellen via MQTT. Als je bijvoorbeeld zo’n 100,000 tags hebt die vrij snel veranderen, heb je misschien niet genoeg ruimte om een client te draaien of kan een client trager worden. Dit komt zelden voor. De HMI-prestaties zijn onmiddellijk/subseconde en vervolgens worden die gegevens ook verzonden. Je krijgt het beste van twee werelden: lokale controle en de mogelijkheid om gegevens op te slaan en door te sturen. 

Dat zien we tegenwoordig veel meer, vooral nu de toeleveringsketen wordt uitgedaagd. Als een HMI de geest geeft, is het eigenlijk heel makkelijk om hier Ignition in te zetten en een lokale HMI een aantal van traditionele HMI’s te laten vervangen. Dan heb je meerdere voordelen. Het is dus een grote win-winsituatie. 

Is het getest met een op Pi gebaseerde Yocto-build?

Mike: Wij ondersteunen Raspbian en wij ondersteunen Ubuntu. Het werkt met Ignition. De meeste mensen gebruiken een Ubuntu-build, dus dat is vooral waar we ons op richten. Yocto zou moeten werken en als je het wilt proberen, hebben we een Try OnLogic-programma. Je kunt dan via het sales team een sample unit toegestuurd krijgen en dan gaan experimenteren. Dat is iets waar je met onze mensen over moet praten. 

Travis: Vanuit Ignition zou de Yocto-build prima moeten werken. 

Het was een uitdaging om een Raspberry Pi te krijgen, hoe kun je deze op voorraad houden?

Mike: Ik begrijp het! Het was moeilijk om een computer te bemachtigen die ik thuis gebruik om te experimenteren. Maar dat is een consumentenkwestie. We hebben echter een paar dingen die ons hier echt helpen. In de eerste plaats is het een CM4 en dat is een totaal andere unit. Dit zijn de geïndustrialiseerde units, niet die van consumentenkwaliteit. Het is een totaal andere toeleveringsketen. 

Ten tweede hebben we een goed samenwerkingsverband met Raspberry Pi. Ze zijn absoluut geweldig om mee te werken en ze hebben ons erg gesteund. Tot slot is ons supply chain team verbazingwekkend. Bij OnLogic hebben we doorgaans een zeer goede beschikbaarheid met redelijke levertijden ten opzichte van anderen. Daar zijn we trots op. 

De Factor-serie bekijken

Wil je meer te weten te komen over de industriële Raspberry Pi-computers uit de Factor-serie? Je kunt ze hier bekijken. En als je op zoek bent naar apparaten waarop Ignition Edge vooraf is geïnstalleerd, bekijk dan de IGN800 en IGN802. 

Meer informatie over SCADA

Wil je meer weten over SCADA? Vraag ons gratis eBook “De Ultieme Gids voor SCADA” aan. Deze gids gaat in op de belangrijke voordelen van moderne SCADA, waar je op moet letten bij SCADA-software en -hardware en hoe je aan de slag kunt met de implementatie van een eigen slimme SCADA-oplossing.

Heb je nog vragen?

Hebben we alle vragen beantwoord? Als je nog vragen over onze industriële Raspberry Pi hebt die niet zijn beantwoord, neem dan contact op met ons team of met Inductive Automation om meer te vertellen over wat je precies wil doen. Uiteindelijk gaat het allemaal om het aanpassen van het apparaat en de software aan jouw toepassing – jouw specifieke scenario. We horen graag van je!

Opmerking van de redactie: Inductive Automation heeft hun Ignition onboard-programma beëindigd. Ignition-licenties moeten nu rechtstreeks via Inductive Automation worden aangeschaft. Hoewel de IGN-versies van onze oplossingen niet langer beschikbaar zijn, blijven onze computers uitstekend geschikt voor gebruik met Ignition-software. Ontdek hier onze aanbevolen hardware.